Column Carlo

Hij bestaat! Maria’s Buick Le Sabre Sport Coupe

Maria en ik kennen elkaar zo’n twee jaar. Wat begon als een zakelijke afspraak eindigde in, jawel, verkering. Zo noem je dat ook gewoon als je beide in de 40 bent. Voor het zover was vonden we elkaar via social media. De foto’s van Maria met haar Buick Le Sabre Sport Coupe waren de eerste die ik zag. Een echte kennismaking met de Buick liet even op zich wachten. Tot gisteren dan.

Maria en haar Buick, die ze haar verkering noemt, zijn onafscheidelijk. Haar eerste auto, die ze bijna 25 jaar geleden kocht en dus nog steeds heeft. Door wat kinkjes in de kabel stond de auto echter te wachten op een motorrevisie, al een tijdje. Een best lang tijdje: zo’n drie jaar. De Buick stond daardoor niet bij huis. Omdat het project stil lag was er slechts gematigd enthousiasme om de auto te bekijken, merkte ik.

Een beetje dubbel, ik hoorde natuurlijk vanaf dag één alle mooie verhalen over de auto en de bijbehorende avonturen en belevenissen. Bovendien weet ik hoe het is om zo lang een auto te hebben, dat gaat met pieken en soms dus ook dalen.

En… door!

Gelukkig lacht de toekomst ons net zoveel toe als dat wij doen als we aan het werk zijn en kan het project eindelijk afgemaakt worden. En zo reden we gisteren stapvoets op een vastlopende A27 en hoorde ik uit het niets: “Zullen we anders even langs de Buick rijden, we komen er bijna langs!” Mijn mondhoeken krulden in recordtempo omhoog, ik wilde de auto al zo lang zien maar durfde er niet te vaak over te beginnen, wetende dat het gevoel wat dubbel was.

1967 Buick Le Sabre Sport Coupé van Maria

“De volgende afslag is het,” zegt Maria. Fijn, de file uit. Na wat binnendoor geslenter over afgelegen wegen draaien we het terrein op waar de Buick keurig verwarmd in een loods staat, te wachten op wat nu eindelijk komen gaat. Maria is nerveus, merk ik, ik snap dat. Als ik mijn voet over de drempel til en naar Maria kijk, die me voor is gegaan, zie ik ontlading. Haar “verkering” (nee, ik voel geen concurrentie) staat, hoog op de brug, te shinen alsof hij er net een week staat.

In een rechte lijn lopen we naar de Le Sabre. Maria’s stem verandert, haar blik verandert mee. Het is zelden dat ik iemand zo mooi en ontroerd heb zien lachen bij het zien van een auto. Het frame, de schermen, alles is al gerestaureerd en klaar om er een lekkere achtcilinder in te hangen. Maria is gerustgesteld, dit aanzicht was nodig om te beseffen dat het goedkomt, geloof ik.

Maria’s 1967 Buick Le Sabre Sport Coupe

Nu is het tijd om de waanzinnige ’67er Le Sabre Sport Coupé weer in topstaat te krijgen. Ik heb een boodschappenlijstje met wat laatste onderdelen. Dat spul opsnorren vind ik heerlijk om te doen. De Buick is in fantastische handen, bij iemand die er met precies de juiste kennis, zorg en aandacht aan gaat werken. Ik kan me alleen maar proberen voor te stellen hoe het is om Maria straks die lekkere 340 cubic inch V8 te horen starten. Welke auto we ook rijden: ik zit graag naast Maria op de passagiersstoel maar rij nóg liever zelf. Bij de Buick is er echter maar één plek de juiste: naast mijn verkering, terwijl ze achter het stuur van haar verkering zit.