“Ow, nu vind jij Amerikanen ook ineens leuk?”
Het is geen geheim dat ik ‘die andere’ van deze website bijzonder prettig gezelschap vind. Sterker nog: dat De Car Guys er zijn komt door het feit dat we het ook privé niet vervelend vinden bij elkaar te zijn. Door Maria’s enorme liefde voor grote Amerikaanse auto’s kwam er ook bij mij plotseling veel meer Amerikaans voorbij, zowel ‘live’ als digitaal. En dus was het vanaf dat moment raak: ‘Carlo vond ineens Amerikaanse auto’s leuk’.
Maar het enthousiasme voor Amerikaanse auto’s gaat veel verder terug en daar moest ik door de fotografie van de Cadillac hierboven onlangs aan denken. Niet alleen door The A-Team, waar mijn favoriete auto absoluut de Corvette C4 van Face was. Mijn favoriete speelgoed als klein ventje was ook al een Corvette C4, die van Raven uit de tekenfilmserie M.A.S.K.. Hetzelfde verhaal bij de eerste versie van Test Drive op de computer en een paar jaar later vond ik de Viper toch echt de gaafste bij Need for Speed. Ik vrat de serie Hunter, waarin Rick Hunter en zijn sidekick Dee Dee McCall schitterden in een miljoen achtervolgingen met zijn donkergroene 1977 Dodge Monaco. En nu we het toch over Dodge Monaco’s hebben: mijn favoriete film? De Blues Brothers natuurlijk, die in een iets vroegere Monaco hun avonturen beleefden.
Het roze papiertje…
Vanaf het moment dat ik zelf het roze papiertje in handen had keek ik vaak met een scheef oog naar Amerikaanse auto’s. Een Chevrolet Caprice bijvoorbeeld. Hij kwam er nooit. Ik zat niet in dat wereldje dus het was net wat ’te ver van mijn bed show’. Zeker weten dat als ik toen Maria al had gekend er zo’n Chevy op de oprit had gestaan. Een zwarte het liefst, met brede ‘police-stalen-wielen’. Samen met de Corvette C4 is zo’n Caprice wel het model dat het vaakst de revue passeerde. Ook op testauto-gebied maakten de Amerikanen vaak enorme indruk. Over de Cadillac STS konden jullie al lezen maar ook die banaangele C5 is me altijd bijgebleven. Hij was nog zo nieuw dat er nog niet eens een Nederlands kenteken op te vinden was. Mijn vader had hem opgehaald voor een artikel. Het geluid, de brede en ultralage carrosserie: ik kan me de rit richting de Duitse snelweg nog als gisteren herinneren! Dat is inmiddels toch 27 jaar geleden!
Ook niet vergeten zal ik de wit-mintgroene Ford F100 van rond 1970, die mijn vader een jaar of 20 geleden kocht. Hij bleef maar even. Behalve pa en ik waren er niet zoveel thuis die de uit de kluiten gewassen pick-up met draaikolk in de tank (want: geen LPG) een warm hart toedroegen. Nog veel later merkte ik, dat als ik met mijn Giulia bij Balocco Classics in Elst kwam, ik vaak net zoveel oog had voor Erwin’s Ford Ranchero uit 1968 als voor de Giulia’s.
Jaren ’50
Maar los van de betaalbare Amerikanen uit de jaren ’70 en ’80 en de testauto’s van toen ligt mijn USA-hart vooral bij modellen uit de jaren ’50 en ’60. Mijn favorieten? Eentje die in ieder geval erg hoog staat is een Hudson. Maakt het model nog uit? Ach, een Hornet, Commodore, allemaal goed. 1949 het liefst, een jaartje nieuwer maak ik ook geen probleem van. In nieuwstaat? Nee, nee, lekker origineel! Verder ben ik weg van alles dat enigszins geïnspireerd is op de vorm van torpedo’s. Zoals een Ford Thunderbird van 1962.
“Dit vind jij ook gaaf nu toch?”
En dus moet ik lachen als ik in het app-groepje met mijn ‘besties’ weer eens een gespotte Camaro doorgestuurd krijg, met de tekst ‘speciaal voor jou’. Het mooie is dus dat ik vaak daadwerkelijk denk ‘leuk!’. Ik ben en blijf gek van Italiaanse auto’s maar het is zo leuk om niet alleen maar één ding leuk te hoeven vinden! Dat was zo, is zo en zal altijd zo blijven.
Cadillac Series 62 Coupe de Ville, 1950
Onlangs ging ik samen met Ton Roks voor Octane Magazine op pad om een reportage te maken van een auto die niet in mijn favorietenlijstje mag ontbreken. Ik hoefde alleen de foto’s te maken. Alleen maar wegzwijmelen bij de looks en het enthousiaste verhaal van de eigenaar dus. Op pad met een Cadillac Coupe de Ville van 1950. In de volgende editie van Octane lees je alles over deze ‘1950 Cadillac Coupe’, begeleid door mijn foto’s.
En nu dus zelf een Amerikaan? Wie weet, die Caprice blijft kriebelen, evenals een C4. Voorlopig geniet ik met Maria van haar 300C en binnenkort de (letterlijk en figuurlijk) grote trots: de Buick LeSabre Coupé uit 1967. Onlangs bezocht ik voor de eerste keer een meeting met alleen Amerikaanse auto’s en betrapte ik mezelf op de ene ‘ow, die is ook leuk’ na de andere… Over een tijdje de eerste King Cruise van Maria, ik kan écht niet wachten…